Zaterdag om 6 uur op maar dat was geen probleem. Het gebouw naast me maakte de hele nacht veel lawaai en om 5 uur begon de moskee te roepen.
We stijgen Srinagar uit, de weg wordt rustiger. En smaller tot hoog in de bergen soms maar 2 wielsporen. Gelukkig geen tegenliggers want anders...het is diep naar beneden. Het uitzicht is prachtig, de bergen toren hoog boven ons uit deels bedekt met gletsjers.
Het barst hier van militairen. In 1999 is hier hard gevochten met de buren, we bezoeken het herinneringsmonument. Veel heldhaftige verhalen, het is geen sinecure geweest om bergop te vechten.
Na een koffiestop rijden we naar de pas op 3800 meter, we worden wat licht in het hoofd maar de diamox-pil en knoflook-gember capsules doen het goed. Langs de weg regelmatig nomaden met hun schapen of paarden, of vrouwen met zwaar hout op hun hoofd, soms boomstammen. Waar die mensen van leven is niet veel en ons een raadsel.
Om 3 uur zijn we in Kargil (2700 m) waar we de drukke winkelstraat fotograferen. Dat gaat niet snel, Ans fotografeert graag en de mensen vinden het prima. Daarna naar het hotel, een groep luxe tenten. De eigenaar is een leuke vent die aan het diner ons een bijzondere bezichtiging belooft: een Boeddha in de rotswand van 40 voet hoog en met een kroon. Uniek en nog niet vermeld in de populaire gidsen. Boeddhisme is hier verdreven rond 1500, ingeruild voor islam.
Gerdalies wordt door Montezuma bezocht, onduidelijk is hoe dat komt. En ik heb Ans uit haar slaap gesnurkt. Maar verder kunnen we het onderling goed vinden, we delen pillen etc.
Zondag vertrekken we weer vroeg, eerst naar het beeld. Dat is inderdaad uniek, moeilijk te vinden in een klein dorpje.
De weg loopt langs de rivier omhoog omhoog. Wordt slechter en smaller. De bergen worden steiler, we zien gletsjers die zich steeds meer terugtrekken. Onderweg zien we prachtige landschappen. Er wordt geoogst dus hele gezinnen op de landerijen, kinderen die op hun rug bossen geoogst graan naar huis brengen.
Tegen 4 uur rijden we Rangdum (4260 m) binnen, 6 huizen en verderop nog eens een aantal. De hoogteziekte slaat nu wel toe, hoofdpijn en lusteloosheid en nauwelijks eetlust.
Naast ons tentenkamp staat een boeddhistisch kloostertje. We bezoeken het nog even en als dan de vrouwen Aart ontdekken is het helemaal huize Hommeles. Ze drommen om hem heen en zijn niet weg te slaan.
Vroeg op stok in een lichte slaap. En het eten wordt weer teruggegeven aan de natuur.
Maandag weer verder de berg op tot we na 2 uur bij de pas komen op bijna 4700 meter. Prachtige plaatjes van steile bergen met soms gletsjers. We dalen de Zanskar-vallei in die steeds breder wordt. Regelmatig zijn er dorpjes maar ook nomaden met gedomesticeerde yaks. De nomaden verblijven 2-4 maanden op deze hoogte en gaan dan weer terug naar lager omdat de kou dan alweer terugkomt en er geen eten voor de beesten is.
Na wederom een paspoortcontrole drinkt Aart alweer koffie maar de dames houden het nog bij thee en bouillonblokjes.
Al verder rijdend zien we steeds meer boeddhistische uitingen. De vallei wordt breder en ook groener, dat schijnt een ontwikkeling van de laatste jaren te zijn, er valt meer regen dan vroeger. De moesson komt verder naar het noorden.
Na 6 uur rijden komen we in ons hotel in Padum. Ziet er netjes uit. Vandaag verder niets, morgen door de omgeving toeren en kloosters bezoeken. Vooral Aart verheugt zich op dat laatste....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten