woensdag 26 april 2017

De dilemma's voor (van?) een PUM adviseur

Één van de lastige aspecten van dit werk is dat je in situaties komt waar je adviseert over verbetering van de organisatie maar tegelijkertijd ziet dat wat er geproduceerd wordt niet meer bij de tijd is. Tenminste, onze tijd. 

Ik bedoel daarmee dat het produceren van flessenwater in plastic flessen en zakjes, het produceren van plastic zakken voor uien etc. uit polypropyleen-korrels en het importeren van batterijen niet bijdraagt aan een vergroening van de economie.

En dat geldt zeker voor (in) een land dat nauwelijks een georganiseerde vuilnisophaaldienst kent en waar recycling al helemaal niet bestaat. Afrikanen kunnen heel goed repareren, zijn daar heel creatief in en kijken niet op een krasje. Maar als het echt kapot is wordt het achteloos gedumpt (en vervolgens gestript voor onderdelen).


Overal ligt afval, op sommige plekken brandt het in de bermen maar ook in straten bij huizen. Rivieren liggen vol met afval en als straks de regentijd komt spoelt alles de zee in. Die kleine waterzakjes zijn vrijwel doorzichtig, een schildpad ziet het aan voor een kwal en hapt erin.

Batterijen zijn nodig omdat het lichtnet onbetrouwbaar is. Maar wat gebeurt ermee als de batterij na éénmalig gebruik leeg is?


Dus je zou zeggen: stop met water in plastic flessen en plastic zakjes. Stop met plastic zakken, maak ze van jute zoals in Bangladesh. Stop met batterijen ga handelen in wakawaka-lampen.


Maar dat is voor een bedrijf een lastige keuze en komt zeker neer op het stoppen met snoepjes verkopen, water verkopen, handelen in batterijen. Jute is geen product hier.  En er zijn genoeg concurrenten die het wel doen als wij ermee stoppen.. dus failliet.


Zelfs als het besef er is bij het management (en dat is zo, heb ik gemerkt) dan nog leidt dat niet (direct) tot een koerswijziging. En zolang de overheid op een aantal punten in gebreke blijft zal er zeker geen regelgeving of druk van bovenaf komen.

(De trein door Conakry werd geëxploiteerd door chinezen, als de regering maar betaalde. Die betaalde niet dus geen trein meer en nu gaan de mensen met de auto en bemo-busjes. En ook rijden er nauwelijks publieke bussen. Met alle files tot gevolg.)


Pff ff een aflaat. Maar het is niet anders, dit is één van de armste landen van de wereld en elke dag leven is overleven hier. Maslow nivo 1, dus milieu etc. Nu.even.niet.


Waar wel over te praten valt bij Amacif is de organisatie: inrichting, besturing. De eigenaar en baas is 63 (!) en snapt ook wel dat overdracht aanstaande is. Hij runt echter alles nog, van strategie tot op het laagste nivo de aansturing van mensen. Ook al zijn er managers op de werkvloer, delegeren en aansturing op afstand is er niet bij. Logisch en te begrijpen, hij is 30 jaar geleden klein begonnen en toen moest het wel.




Ik wil absoluut geen kwaad spreken over de CEO of over het bedrijf want de werkomgeving is naar Afrikaanse begrippen goed, met pauzes en koffie-thee en werkkleding. En hij is een zeer aimabele man. Maar wel gedecideerd.


Tot zover het dominee-deel.


De praktijk op het ogenblik is dat ik stukjes van internet download (o.a. Wikipedia, diverse management-sites) en evt. vertaal met Google-translate over bedrijfsplan, business case, sterkte/zwakte analyse (swot). En gisteren hebben we die onderwerpen ook uitgebreid besproken, de CEO en enkele stafmedewerkers.


Ik heb ook snel een mini-bedrijfsplan opgesteld en ben daarbij in de swot uitgebreid ingegaan op het management-aspect. En dat werd alom herkend als item dat de hoogste prioriteit verdient. 

Daarmee is het niet opgelost want waar haal je goede managers vandaan, hoe coach je de huidige CEO om los te laten en over te dragen? Dus het zal nog wel wat voeten in aarde hebben. En 2 weken is in die zin erg kort om verandering te bereiken, hooguit kan ik verandering inzetten en zicht op de eigen situatie geven.


Ik had het afgelopen weekend geluk dat er een soort sportclub vlakbij is met o.a. squashbaan en zwembad. Squashen bij 30 graden is hot en de bal stuitert heel hard. Maar daarna ff zwemmen en wat biertjes in de schaduw beviel wel. 


In de avonden zit ik mijn 5 kamer appartement en ik heb de hele serie van Gooische Vrouwen mee. Blikje bier erbij en zo komen we er wel. Ik mag het terrein niet af zonder begeleiding, zeker niet in de avond, maar er is ook niets te doen buiten het hek.




woensdag 19 april 2017

Amacif, wij doen in alles

Voor PUM ben ik nu weer in de ZW-hoek van Afrika: Guinee. Ook weer een gematigd moslimland net als Senegal waar ik ruim een half jaar geleden was. Dus weekends vrij en zelfs op 2de paasdag vrij.

Ik verblijf in een appartement van de eigenaar van Amacif, mr. Alpha Mamadou Cisse. Een selfmade man die nu een naar Guinese begrippen groot concern heeft met fabrieken en gebouwen. Op het ommuurde terrein aan het strand staan 2 appartementenblokken, meest voor familie ("ik heb ruim een elftal aan kinderen") en vele auto's. Hij heeft 3 vrouwen. Zijn oudste zoon is mijn voornaamste aanspreekpunt.

Vader en zoon spreken goed Engels dat is een hele opluchting.


Maandag (geen werkdag) gaan we naar de fabrieken, op 25 minuten rijden. Daar zie ik de productie-lijnen voor snoepjes (Candy's), zakjes met melkpoeder (grote zakken komen uit Frankrijk), water in plastic zakjes en plastic flessen, blokzeep om kleren te wassen en plastic zakken voor transport van aardappelen, uien etc.

Ook treedt het bedrijf op als handelshuis voor batterijen en thee.

En dan ook nog vastgoedbemiddeling wat volgens mij neerkomt op verhuur van appartementen in aangekochte gebouwen.




Een ratjetoe aan producten waar gezien de posters op kantoor ook regelmatig wat in verschuift.


Het bedrijf is een familiebedrijf en gezien de manier waarop de eigenaar in de fabrieken benaderd wordt ook zeer laagdrempelig. Leuk en wellicht Afrikaans maar de eigenaar bemoeit zich met alles en ook in de details. Bekend fenomeen. Maar hij is wel succesvol, voedt zijn familie en heeft de hele wereld al overgereisd. Dit is geen MKB (meer).


Dinsdag is het overal drukker. Ik ga met de zoon eerst langs een croissanterie (leve de de Franse bezetting: lekkere koffie!) voor ontbijt en dan naar de fabriek. Onderweg merk ik dat de zoon wel beelden heeft over de toekomst van het bedrijf: overal computers die op één centrale plek de productie kunnen monitoren en ook video-camera's voor control. Ik probeer te temperen, eerst maar wat organiseren wie is verantwoordelijk voor wat (RASI). Hij lijkt teleurgesteld in mijn reactie.


Omdat ik nog niet weet waarom ik hier ben pak ik een issue dat tijdens de gesprekken langskomt: energieproblematiek en productie van flessenwater. Het verzamelen van de gegevens gaat moeizaam omdat niemand overzicht heeft, gegevens ontbreken (hoe sterk zijn de dieselgeneratoren, hoeveel liter gebruiken ze?). 

Dinsdagavond schrijf ik een notitie en mail dat aan Alpha. Hij heeft het woensdag te druk met de controle van de een export-verzending in de fabriek en op de terugweg naar kantoor in de Medina komen we volkomen vast te staan zoals in Dhaka normaal was. Het is nu ver in de middag en tja....wanneer bespreken de notitie en waarom ben ik hier?


Als ik 's morgens wakker word, wordt er op het strand vlak voor me druk gevoetbald. Wel 3 wedstrijden door elkaar, beetje inschikken soms. Maar het gaat er hard aan toe! Wellicht de droom van de jongens: ontdekt worden, prof in Europa worden.


Het rijden is vrij makkelijk door de drie grote hoofdwegen door Conakry. Maar zodra je daar af gaat wordt het minder, ongeplaveide rode rotsachtige dirtroads. Overal marktjes waar vanalles verkocht wordt, ook dieren. Langs de weg veel verkopers met waterzakjes (van Amacif), horloges, etc. 


De vrouwen dragen vaak manden op hun hoofd en soms nog een kind op de rug, dat zijn toch echt de werkpaarden van Afrika.