De reis ging op schema en op het vliegveld werden we opgewacht door de Djoser afhaler. Langzaam druppelden de overige 18 groepsleden naar buiten en stelden zich voor. Niet te onthouden zo veel namen maar dat komt wel.
Op weg naar Paramaribo in een dikke file. Het is lang weekend, maandag is de dag van de revolutie en dus vrij. En in de stad allerlei officiƫle evenementen. Maar dan zijn wij al weg.
Nog even geld wisselen in een donker straatje en om 10 uur in het hotel (4 uur tijdverschil met Nederland).
Langs de Suriname rivier naar fort Zeelandia waar destijds de moord op 15 mensen heeft plaatsgevonden (“tijdens een vluchtpoging, dat is het officiĆ«le verhaal”). Gezien de hoge muren en de kleine poort een onwaarschijnlijk verhaal. Maar heer B. komt er (nog steeds) mee weg. Het is een heel klein fortje, maar mooi onderhouden en informatief museum. Voor het fort staat een beeld van de jonge Wilhelmina.
De zondag in Paramaribo is erg rustig, op de terrasjes meer toeristen dan locals. Dus wij hebben het ook rustig aan gedaan. Wat kleren overgepakt, morgen gaan we naar het zuiden de rivier op richting Brokopondo. En dan mogen we maar een beperkte hoeveelheid bagage meenemen. Pas over 11 dagen (!) komen we hier weer terug om de rest op te halen. Met die vochtige hitte wordt dat wel een beetje ransen...
Maandag via de ‘highway’ naar het Zuiden, het binnenland in. Met 20 mensen in een busje plus bagage is het vol vol. Busje had wel wat groter gemogen Djoser! Gelukkig om het uur een stop, even ademen buiten.
Het landschap wordt oerwoud-achtig maar ook open stukken savanne. We komen langs het voetbalkamp van Seedorf (te koop) en de aluminium fabriek die buiten werking is (ook te koop).
Na 4 uur rijden is de weg op. We stappen in een korjaal (lange slanke boot met buitenboord motor) en varen vervolgens naar de eindbestemming een kampement met kleine houten hutjes aan de rivier. Mooi plekje met vogelgeluiden maar we zien ze niet veel.
S’middags nog even zwemmen in de rivier wat een watervalletje en daarna een goed diner. Het is strak om 7 uur donker maar het valt wat betreft de muggen mee, zelfs Else klaagt niet.
Een nachttoer in de korjaal over de rivier is erg leuk: jagende nachtzwaluwen en kaaimannen op de wal en soms in het water. De stuurman weet gelukkig in het pikkedonker de stroomversnellingen en rotsblokken te ontwijken! Het is kleine droge tijd dus de rivier staat laag. Soms regent het even maar dat is vooral in de nacht en anders word je er nauwelijks nat van.
Daarna op bed, planken met een heel dun matrasje. Keihard.
Overdag in de zon is het behoorlijk heet, de zon gaat vrijwel recht over ons heen. Maar er is vaak bewolking en een briesje en de nacht is koel genoeg en geen airco nodig (is er ook niet).
Dinsdag naar een museum, 2 uur varen van hier. Heerlijk in de korjaal langs de oevers, beetje rondkijken. Het water staat laag, en bij 2 stroomversnellingen moeten we eruit en een stuk over de wal lopen. De motor gaat een keer stuk, kan gebeuren.
Afijn na 3,5 uur zijn we in een Marron-dorp: gesticht door gevluchte slaven. Zo zijn er veel dorpen langs de rivier, sommige (christelijke) heel prominent te zien, sommige (de heidense) goed verstopt. Heeft allemaal met historie en strijd te maken, lang verhaal.
Na de meegebrachte lunch en een rondleiding door het dorp komen we bij het museum dat vooral wat inzage gaf over de traditionele manier van leven. Daarbij een houtwerkplaats met prachtige dingen, maar te groot, te zwaar om mee te nemen.
De lange weg terug op de houten bankjes was heel pijnlijk aan de billen en rond 6 uur terug. Een lang dagje in de brandende zon..
‘S avonds houtvuur en liedjes met een gitaar: ouwerwets leuk! Voor Else, Aart vindt dat niks.
Straks weer bootje, bus en weer bootje.